MARIA CALLAS OP
PENNINGEN
|
Inleiding
Op zoek naar munten of penningen met een portret van
Maria Callas, vond ik naast het portret dat Carla
Klein boetseerde, slechts één andere Nederlandse
penningmaker: Geer Steyn. Klein en Steyn zijn beiden
afkomstig uit Amsterdam, medailleur én
Callas-liefhebber. Er bestaat naar mijn weten niet een
munt van haar. Uiteindelijk leidde het spoor naar
kenner en biograaf van de diva: Karl van Zoggel uit
Baarn, die een van de meest uitgebreide archieven over
Callas bezit. Hij kon mij verder helpen aan een reeks
buitenlandse penningen met afbeeldingen van Callas
erop, waarvoor ik hem zeer erkentelijk ben. Zonder hem
zou dit artikel niet geschreven zijn. Zijn informatie
over het turbulente leven van de operazangeres is
hieronder samengevat, na de penningbeschrijving.
|
Plaquettes
en penningen met Maria Callas
1 Reliëf,
40x36 cm, verguld koper op houten paneel,
1978.
Nikos Perandinos. |
Er
bestaan naast de penningen twee
herdenkingsplaquettes. De eerste is 1960
vervaardigd door de Griekse beeldhouwer Nikos
Perandinos (1910-1991). De plaquette
werd overhandigd aan Maria Callas en bleef in
haar bezit tot aan haar dood (afbeelding 1).
De plaquette werd uiteindelijk verkocht
tijdens een veiling te Parijs in december 2000
en is nu in het bezit van de gemeente Sirmione,
waar Callas in 1958/59 tijdelijk woonachtig
was. De uitvoering is verguld koper op een
houten paneel. De Griekse inscriptie luidt: DE
DIRECTEUR EN VOORZITTER VAN HET BESTUUR VAN
HET OPERATHEATER, KOSTIS BASTIAS, AAN MARIA
CALLAS, DE GRIEKSE INTERNATIONALE GLORIE, TER
HERINNERING AAN DE OPVOERING VAN NORMA IN
EPIDAURUS OP 21, 24 EN 28 AUGUSTUS 1960. |
De
tweede plaquette, waarschijnlijk van steen,
werd in 1960 gehakt door de Italiaanse
beeldhouwer Giacomo Manzù (1908-1991), in
opdracht van het Teatro alla Scala te Milaan
ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van
het theater (afbeelding 2). Waar de
plaquette zich momenteel bevindt is
onduidelijk. Wellicht is deze ingemetseld
ergens in het theatergebouw. Het is
merkwaardig dat
dit werk van zo'n groot kunstenaar nauwelijks
aandacht heeft gekregen in de kunst- en
Callas-literatuur. De rechterhelft van de
plaquette toont Callas in de rol van Ifigenia,
die zij zong in dat theater in juni 1957. De
linkerhelft vermeldt de tekst: 1778-1978
BICENTENARIO SCALA. |
2 Stenen reliëf,
steen, 1960, plaats niet bekend,
waarschijnlijk La Scala Milaan. Giacomo Manzù.
|
|
De
eerste ons bekende penning stamt uit 1975 en is
uitgevoerd in messing en uitgegeven door het Athenaeum
in Athene (afbeelding 3). De voorzijde toont Callas
als Medea en op de rechterrand staat de naam van de
beeldhouwer (voor ons helaas onleesbaar).
3 Medea, 78 mm
Ø messing, 1975. Majien (niet zeker) |
3a |
De
keerzijde toont een muzieksleutel en een
gestileerde zeilboot (afbeelding 3a).
Rechtsboven van de boot staat het jaartal:
1975. De Engelse vertaling van het Griekse
omschrift luidt: INTERNATIONAL ARTISTIC CENTER
ATHENAEUM. In 1978 ontstond een set van drie
penningen in zilver (en goud), vervaardigd
door genoemde Nikos Perandinos. De set wordt
vergezeld van een certificaat met de volgende
tekst (in Grieks): EEN SERIE VAN DRIE
PENNINGEN - MARIA CALLAS - CERTIFICAAT VAN
ECHTHEID. NO 38/ZILVER. WIJ GARANDEREN DAT DE
SERIE PENNINGEN MARIA CALLAS BESTAAT UIT 3
PENNINGEN VAN DE BEELDHOUWER NIKOS PERANDINOS
EN WERD UITGEGEVEN IN 2000 EXEMPLAREN VAN
ZILVER 999 (50 MM ø EN MET EEN MINIMUMGEWICHT
VAN 60 GRAM) EN PUUR GOUD 24k (22 MM ø EN MET
EEN MINIMUMGEWICHT VAN 10 GRAM). DE SERIE WERD
GECOMPLETEERD OP 30/5/1978 - ATHENE MEI 1978 -
SPECTRUM. |
Op
de eerste van de serie zien wij een krachtig
portret van Callas, naar rechts gewend met als
omschrift: MARIA KALLAS (afbeelding 4). In de
halsafsnede staat: N. Perandinos. |
4
Portretpenning, 50 mm Ø zilver, 30-5 1978.
Nikos Perandinos. |
4a
keerzijde. |
Op
de keerzijde is een lauwerkrans langs de rand
gezet, als breedschrift een notenbalk met
muziekschrift en daaronder is een lier
afgebeeld (afbeelding 4a). Bovenaan staat de
datum, 1924-1977, foutief vermeld. Dat had het
geboortejaar 1923 moeten zijn. Aan de bovenste
rand is een ster afgebeeld. |
Op
de tweede penning zien wij Callas als Norma,
een zwaard heffend om toe te slaan (afbeelding
5). Links aan de rand staat de tekst: MARIA
KALLAS 1924-1977. Hier is zowel de datum als
de naam van de opera foutief: er staat Medea
vermeld (moet Norma zijn) en 1924 in plaats
van 1923. |
5 Norma, 50 mm
Ø zilver, 30-5 1978. Nikos Perandinos. |
5a |
Op
de keerzijde is het Herodes Atticus Theater in
Athene geboetseerd (afbeelding 5a). |
Op
de derde penning uit deze serie staat eveneens
een fout: Callas is als Medea neergezet met
als titel NORMA, en weer de verkeerde datum:
1924-1977 (afbeelding 6). |
6 Medea, 50 mm
Ø zilver, 30-5 1978. Nikos Perandinos. |
6a |
Aan
de benedenrand staat: N. Perandinos. De
keerzijde toont het Amfitheater van Epidaurus
(afbeelding 6a). |
Op
het volgende ontwerp is Callas als muze
uitgebeeld (afbeelding 7). De naam is verweven
met haar haardos in de vorm van een lier. De
penning werd ontworpen naar aanleiding van
Callas' sterfdag. René Pépin, wiens naam op
de penning is vermeld, was graveur bij de
Monnaie de Paris. Het ontwerp is dan ook zeer
vakkundig uitgevoerd. Op de benedenrand staat:
1923-1977. |
7 Callas, 80
mm Ø koper, 1979. René Pépin. |
7a |
De
keerzijde vertoont wederom haar portret
verweven in een lier, plus een notenbalk en de
titels die door de operazangeres zijn
uitgevoerd: NORMA, AÏDA, CARMEN, ARMIDA, la
TRAVIATA, la GIOCONDA, le TROUVÈRE, la BOHÈME,
la TOSCA, BARBIÉR de SÉVILLE, TURANDOT,
RIGOLETTO. Dan volgen enige muzieknoten en
direct daarna LUCIA di LAMMERMOOR, MADAME
BUTTERFLY en MÉDÉE (afbeelding 7a). |
De
Nederlandse kunstenaar Geer Steyn vervaardigde
in 1995 een bronzen penning met het portret
van Callas, naar rechts gewend (afbeelding 8).
Hij behandelde op de voorzijde van de penning
de figuur van de diva als een beeldhouwwerkje,
en beeldde haar af met een hoedje. Het
oppervlak is helder en duidelijk in grote
vakken verdeeld. |
8 Maria
Callas, 70 mm Ø terra-cotta, 1995. Geer
Steyn. |
8a |
Op
de keerzijde zette hij rechtsboven langs de
rand haar naam in artistiek gevormde letters
die Grieks aandoen, en links beneden Callas'
onafscheidelijke poedeltje (afbeelding 8a).
Door de afstand van beide items wordt diepte
gesuggereerd. Steyn werkt al vele jaren aan
een serie portretten van grote schrijvers,
zangers, dichters en geleerden die de
twintigste eeuw bepaald hebben. Op inventieve
wijze weet hij de cirkel met vlakken te
vullen, waaruit het portret te voorschijn
springt. Hij vervaardigt veel van zijn
creaties in gebakken klei, zodat het oppervlak
goed zichtbaar wordt en geen details verloren
gaan tijdens het in brons gieten. Steyn zei
over de creatie van deze penning: 'In mijn
denken over personen die een gezicht gaven aan
de twintigste eeuw stond Maria Callas voor
STEM'. |
De
Griekse beeldhouwer Aspasia Papadoperaki creëerde
in 1997 ter gelegenheid van Callas twintigste
sterfdag een penning (afbeelding 9). De
voorzijde vertoont het portret van Callas
driekwart; zij draagt het kostuum van Tosca.
Het omschrift luidt: MARIA KALOGEROPOULOU
MARIA CALLAS 1997 THE TSITOURAS COLLECTION
1923-1977. Een symbolische weergave van de zee
loopt voor haar figuur langs, die verwijst
naar zowel Callas als Papadoperaki. Het is een
zeer complex ontwerp met veel lijnen en tekst. |
9 Callas, 80
mm Ø brons, 1997. Aspasia Papadoperaki. |
9 a |
Op
de keerzijde staat de lauwerkrans, embleem van
The Tsitouras Collection (afbeelding 9a). Deze
is ontworpen door de Griekse kunstenaar Yannis
Tsarouchis. Dimitris Tsitouras is overigens
ook de opdrachtgever van het ontwerp voor de
lauwerkrans van de Olympische Spelen in
Athene. In het midden staat EPIDAUROS (Epidaurus)
1960 en opnieuw het symbool van de zee. In de
middencirkel staan de namen van de beroemdste
theaters waar Callas is opgetreden: De Griekse
Nationale Opera, Odeon Herodes Atticus
Theater, Arena van Verona, Teatro alla Scala,
Royal Opera House Covent Garden, Metropolitan
Opera, Opéra Garnier en de Civic Opera
Dallas. Langs de onderrand een frase uit
Tosca: VIS-SI D'AR-TE VIS-SI D'A-MO-RE. Langs
de bovenrand zijn muzieknoten geplaatst.
Papadoperaki heeft ook een beeld van Callas
vervaardigd, dat bij het Hilton Hotel in
Athene staat. De penning is gemaakt in
opdracht van The Tsitouras Collection. |
Op
de volgende penning zien we Callas die staat
te zingen op het podium (afbeelding 10). Het
is naar een ontwerp van de Italiaanse
kunstenaar Antonio Berti (1904-1989), gemaakt
in 2002 voor het Teatro alla Scala te Milaan (nb:
het is geen heruitgave). De gelegenheden voor
uitgifte waren de veertigste herdenking van de
laatste opvoering op 3 juni 1962 door Callas
van Cherubini's opera Medea in de Scala en
Callas' vijfentwintigste sterfdag. Het
penningvlak is gevuld met theaterboxen met
publiek. Het hoofd helt iets naar achter en de
details zijn nauwkeurig uitgewerkt. Aan de
bovenrand staat: MARIA CALLAS. |
10 Callas, 40
mm Ø zilver, 2002. Antonio Berti. |
10a |
De
keerzijde laat de façade zien van de Scala in
Milaan (afbeelding 10a). Het imposante gebouw
is minuscuul afgebeeld. Het omschrift luidt:
IL TEATRO ALLA SCALA NEL XXV ANNIVERSARIO
DELLA MORTE * 1977 * 2002 *. De penning heeft
een oplage van duizend genummerde exemplaren. |
Ter
herdenking van de tachtigste geboortedag van
Callas op 2 december 2003 werd in Italië een
verguld zilveren penning uitgegeven
(afbeelding 11). Deze creatie is vervaardigd
door Luxory Line en uitgegeven door de Maria
Callas Associazione in 2003. De naam van de
ontwerper is ons niet bekend. Het gezicht
kijkt naar rechts in een ietwat stijve pose.
Het omschrift is: MARIA CALLAS. |
11 Callas, 35
mm Ø zilver/goud, 2003.
Uitgave van Luxory Line. |
11a
Uitgave van Luxory Line. |
Op
de keerzijde staat het hoofd van Callas in een
icusum als symbool. Daaronder: Maria Callas
Associazione Culturale (afbeelding 11a). Weer
daaronder in breedschrift: Collezione FOR
MARIA CALLAS 2003 by Luxory Line. Als
omschrift staat bovenaan: ANNIVERSARIO 80°
DELLA NASCITA. Helemaal onderaan is een
zilvermerkje geponst. |
Eveneens
in 2003 werd in Italië een tweede
zilverpenning geslagen (afbeelding 12). Het
portret is naar rechts gewend en meer
gestileerd uitgevoerd. In de halsafsnede is de
naam van de beeldhouwer vermeld: Magrin Paolo.
Rechts beneden staat het zilvermerk geslagen
(925). De naam Callas staat in het Grieks:
KALLAS. |
12 Callas, 40
mm Ø zilver, 2003. Paolo Magrin. |
12a |
De
keerzijde toont het breedschrift: CALLAS
SEMPRE CALLAS! (afbeelding 12a), met aan de
boven- en onderrand: SIRMIONE A.D. 2003. De
uitgave betrof de opening van Palazzo Callas
in de gemeente Sirmione, in relatie tot
Callas' vijfentwintigste sterfdag. |
|
De meest
recente penning over Maria Callas is gemaakt
door de Amsterdamse beeldhouwster en
medailleur Carla Klein (afbeelding 13).
Op de voorzijde ziet u het portret naar rechts
gewend dat praktisch het hele vlak vult. Als
werkfoto gebruikte Klein een voorbeeld van de
fotograaf Cecil Beaton. |
13 Maria
Callas, 70 mm Ø brons, 2004. Carla Klein. |
13a |
Op
de keerzijde kijkt men vanuit de coulissen op
de rug van de zangeres (afbeelding 11a).
Callas neemt in de rol van Violetta op het
toneel afscheid van haar publiek. In de
lichtbundel staat haar naam in sierschrift. De
geboortedatum en sterfjaar staan onderaan aan
weerszijden van de lichtbundel. Het monogram
CK staat links vermeld. Zelf zegt Klein over
haar creatie: 'Haar naam kende ik al en ook
had ik wel eens wat over haar gelezen. Maar de
echte kennismaking kwam pas enige jaren
geleden toen ik de zangeres tijdens mijn werk
hoorde in een radio-uitzending. Ik werd
getroffen door haar fantastische stem tijdens
een uitvoering van La Traviata. De diepte,
emotie, expressie en enorme muzikaliteit deden
mij voor haar winnen en zij werd mijn
inspiratiebron. Door te luisteren werd ik geïntrigeerd
door haar persoonlijkheid en vatte het idee op
om van haar een portret te maken. Maar hoe
kwam ik aan goede foto's? Deze vond ik in het
boek Callas by Callas van Renzo en Roberto
Allegri en in de Nederlandse biografie Maria
Callas - Een leven als een Griekse tragedie,
geschreven door Karl van Zoggel. De daarbij
behorende CD met vroege en late opnamen van de
diva speel ik regelmatig af. Het bijzondere is
dat het portret, dat ik in bijenwas maakte,
steeds veranderde naarmate ik al luisterend
meer over Callas te weten kwam. Dat heeft de
penning beïnvloed en gemaakt. Door allerlei
details kon ik dieper op haar persoonlijkheid
ingaan tijdens het creatieproces van haar
portret'.
|
|
Maria
Callas: een leven als een Griekse tragedie
Maria Callas is een begrip, voor operaliefhebbers is
zij synoniem voor primadonna assoluta. Zij wordt
beschouwd als de grootste operazangeres van de
twintigste eeuw. Thans, 27 jaar na haar overlijden, in
1977 in Parijs, is zij een van de meest besproken,
beschreven en op CD beluisterde operasopranen. Er
bestaan ontelbare foto- en filmopnamen van haar. Maria
Callas werd geboren op 2 december 1923 in New York als
tweede dochter van uit Griekenland geëmigreerde
ouders. Door huwelijksproblemen vertrok moeder
Evangelia met de jonge Maria naar Athene in 1937,
alwaar Callas les kreeg van de Spaanse
coloratuursopraan Elvira de Hidalgo. In de periode tot
1945, zong zij met veel succes in Athene de
hoofdrollen in de opera's Tosca, Tiefland en Fidelio.
Terug in Amerika kon Callas niet aan de slag komen.
Zij vertrok naar Europa, waar zij in augustus 1947
debuteerde in Italië met La Gioconda in de Arena te
Verona. In diezelfde stad ontmoette Callas de
51-jarige industrieel Giovanni Battista Meneghini, die
haar manager werd en vanaf 1949 haar echtgenoot. Na
een moeizame start ging haar carrière in Italië
steeds voorspoediger en in december 1951 volgden
optredens in het Teatro alla Scala in Milaan, in welk
theater Callas als Koningin van de Scala oppermachtig
was in de periode 1951-1958. Er waren tournees naar
Zuid-Amerika in de periode 1949-1952 en in de eerste
helft van de jaren vijftig optredens in Londen en
Chicago. Pas in 1956 debuteerde zij in haar
geboortestad New York in de Metropolitan Opera. De
opbouw van Callas' carrière ging vrijwel gelijk op
met de komst van de langspeelplaat; vanaf 1953 maakte
Callas plaatopnamen. Deze brachten haar internationale
roem. Opvallend was haar lichamelijke en uiterlijke
metamorfose vanaf eind 1953, waarbij ze binnen
anderhalf jaar van 100 naar 65 kilogram afslankte.
Enkele jaren later openbaarden zich stemproblemen als
gevolg van het eerder welhaast roekeloze zingen van zo
veel en verschillende operarollen, haar afslanking en
de spanningen die haar beroep als operazangeres met
zich brachten. Toch behaalde Callas nog grote
successen, onder meer in Parijs, Londen en tijdens het
Holland Festival-concert in juli 1959 in het
Concertgebouw te Amsterdam. Enkele weken later was
Callas voor een cruise aan boord van het jacht van
Aristoteles Onassis, de rijke Griekse reder. Ze werd
verliefd op Onassis en brak met Meneghini. De gevolgen
waren dramatisch, zowel op persoonlijk als artistiek
vlak. Doordat de relatie met Onassis niet tot bloei
kwam begon Callas haar praktisch tot stilstand gekomen
artistieke activiteiten weer op te pakken. De
kwaliteit van haar stem was afgenomen, echter niet
haar acteerprestaties, die meer doorleefd waren
geworden. Na successen met wereldwijde concerten en
opera-uitvoeringen in Epidaurus en Milaan, vond in
Londen in 1965 met Tosca haar allerlaatste optreden in
een opera plaats. Van het zo door Callas gewenste
huwelijk met Onassis kwam niets terecht. Door de
moordaanslag in 1963 op de Amerikaanse president John
F. Kennedy richtte Onassis zich op de weduwe, Jacky,
waarmee hij in 1968, tot groot verdriet van Callas,
trouwde. Callas beëindigde haar artistieke carrière
met de hoofdrol in Pier Paolo Pasolini's speelfilm
Medea, masterclasses in New York en een wereldtournee,
tezamen met tenor Giuseppe Di Stefano. Tijdens deze
tournee deed ze in 1973 opnieuw het Amsterdamse
Concertgebouw aan. Het jaar daarop eindigde de tournee
in Japan. Callas trok zich gedesillusioneerd terug in
haar Parijse woning. Haar gezondheid liet steeds meer
te wensen over en op 16 september 1977 stierf ze aan
een hartaanval. Na de uitvaartdienst werd zij
gecremeerd op de begraafplaats Père Lachaise. In juni
1979 werd de as van Maria Callas verstrooid in de Egeïsche
Zee.
|
Ten
slotte
Bij het bezien van de bovenstaande serie penningen
ontstond een levendige discussie hoe het portret van
Maria Callas eruit zou moeten zien. De interpretatie
van het portret in een kunstwerk is een individuele
uiting van de kunstenaar. De creaties van Klein en
Steyn zijn in gebakken klei en gegoten in brons. De
andere penningen zijn op één na geslagen in messing,
brons, zilver en goud. Men kan het verschil opmerken
door het gladde oppervlak. Een penning die met de
vingers wordt geboetseerd, heeft een levendiger
oppervlakte en spreekt meer tot de verbeelding. Waar
de ene kunstenaar een enigszins stijf portret neerzet,
poogt een andere kunstenaar een meer sprekend gezicht
weer te geven. Hierboven is te bekijken wie daarin
geslaagd is.
Arnold Nieuwendam en Karl van Zoggel
|
Met
dank aan Gisela Binner uit Duitsland voor het
beschikbaar stellen van een aantal penningen. Mocht u
in het bezit zijn van niet hierboven beschreven
penningen met het portret van Maria Callas erop dan
willen wij dat graag weten. Foto's Arnold Nieuwendam,
copyright The Maria Callas International Club.
Literatuur: A. Nieuwendam en K.H. van Zoggel. Maria
Callas Depicted on Medals, Maria Callas Magazine, juli
2004. K.H. van Zoggel, Maria Callas - Een leven als
een Griekse tragedie. Dit boek Dit boek (in hardcover
met CD en als paperback) is nog te koop (Tirion
Uitgevers, Baarn 2002/2003). Karl H. van Zoggel (1947)
richtte in 1990 The Maria Callas International Club
op, en is de redacteur van het Maria Callas Magazine.
Bovenstaand artikel verscheen eerder in de MUNTkoerier
van januari 2005 en het Maria Callas Magazine van juli
2004. |
|
|